Pedagogisch Beleid Noordwijk & Amsterdam

We leren het kind rekening te houden met de ander door het begrip bij te brengen voor de ander en inzicht te geven in de situaties om hem heen. In het dagverblijf komt daar nog een extra dimensie bij: het kind leeft namelijk in een groep. Juist het opgroeien in een groep geeft het kind mogelijkheden om te leren hoe het met de andere volwassenen en andere kinderen kan omgaan. Het leert hoe het moet opkomen voor zichzelf en zijn eigen belangen. Hoe leuk samen spelen kan zijn, maar ook het moeten delen, of wachten tot de ander klaar is.

Door onderdeel uit te maken van een groep leren ze zich verantwoordelijk te voelen voor elkaar en de groep als geheel. De basisvoorwaarde om zich zo goed mogelijk in eigen tempo te ontwikkelen, is het creëren van een sfeer van veiligheid en vertrouwen. Als volwassene sluiten we aan bij de ontwikkelingsfase waarin en het niveau waarop het kind zich bevindt. Op deze manier krijgt het zelfvertrouwen om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen, de wereld om hem heen steeds beter te begrijpen, en zich verder te ontwikkelen; zelfstandig en in samenwerking met anderen.

Om deze veilige en vertrouwde omgeving te creëren, zijn in onze kinderopvang twee dingen van groot belang:
1. De liefdevolle en respectvolle houding van de groepsleiding;
De kwaliteit van onze kinderopvang wordt niet alleen bepaald door vakkennis, maar vooral door de mate waarin wij weten aan te sluiten op wat ouders en kinderen vragen. Dit kan de groepsleiding alleen bereiken in persoonlijke contacten met het kind en zijn ouder, door daarin goed te luisteren en te kijken naar de signalen die zij uitzenden. Er dient bij de groepsleidsters een basishouding te zijn waaruit liefde, aandacht en zorg blijkt. Respect tonen en responsiviteit dienen twee keywoorden te zijn.

Een positieve reactie op dingen die gebeuren in de groep of op individuele initiatieven vormt de basis van ons handelen. Kinderen leren meer door het ervaren van goede resultaten, minder van verbieden en corrigeren. Natuurlijk moet je wel eens iets verbieden, kinderen hebben ook behoefte aan duidelijkheid en grenzen, maar we proberen vooral de dingen die goed gaan te benadrukken.

2. Een tweede voorwaarde voor het scheppen van een veilige en vertrouwde omgeving is het aanbrengen van structuur in de dag en de aangeboden activiteiten. Door het kind hier duidelijkheid in te geven, weet het waar het aan toe is en maken we zijn omgeving herkenbaar en voorspelbaar.
Vanuit onze opvoedingsvisie komen wij tot de volgende pedagogische doelstelling: Wij streven ernaar dat kinderen zich kunnen ontwikkelen tot respectvolle, zelfstandige mensen; mensen met zelfvertrouwen die hun eigen kwaliteiten onderkennen en benutten, individueel en in samenwerking met anderen.

Dit hopen wij te bereiken door de volgende doelstellingen als uitgangspunt te nemen:
- Het bieden van emotionele veiligheid, waar de kinderen zichzelf kunnen zijn.
- Gelegenheid bieden voor de ontwikkeling van sociale competenties.
- Gelegenheid bieden voor het ontwikkelen van de persoonlijke competenties.
- Het leren omgaan met de waarden en normen uit de maatschappij.
- De praktische uitwerking vindt u in ons informatieboekje of u kunt deze opvragen bij de locatie.

Dagindeling

Babygroep Structuur wordt geboden door zoveel mogelijk een vaste dagindeling aan te houden, waarbij rekening wordt gehouden met het afwisselen van spel- en rustmomenten. De dagindeling biedt het kind duidelijkheid en houvast. De voorspelbaarheid van het steeds terugkerende patroon vergroot het gevoel van veiligheid, het kind weet waar het aan toe is. De verzorging van de baby’s is individueel.

Zij hebben een eigen ritme. Belangrijk is hierbij ook de informatie die ouders geven over eet-en slaapgewoontes van hun kind. Op de babygroep zijn continuïteit en veiligheid erg belangrijk.

Peutergroep De hieronder beschreven tijden zijn een richtlijn voor de structuur van de dag. In de praktijk kunnen tijden verschillen; het is vooral belangrijk om goed naar de kinderen te kijken. Wat hebben de kinderen nodig, waar zijn ze mee bezig.

Dit bepaalt de uiteindelijke dagindeling.

7.30-9.15 uur:
De kinderen worden gebracht ze worden begroet door de pedagogisch medewerker.
De groep is zo ingedeeld dat zij zelfstandig een activiteit kunnen kiezen.

9.15-9.45 uur:
Kring/tafel gesprek en liedjes zingen. Daarna eten we vers fruit en drinken we water.

9.45-10.15 uur:
Plassen / verschoonronde

10.30- 11.20 uur:
Aanbieden van een activiteit, binnen of buiten. Bij droog weer gaan de kinderen bij voorkeur naar buiten.

11.20-11.30 uur:
De kinderen gaan naar binnen, proberen zelf hun schoenen en jas uit  te doen.

11.30-12.30 uur:
Brood eten of de warme lunch maaltijd en melk of water drinken. Hier staat het huiselijke en de zelfstandigheid centraal.

12.30-13.00 uur:
Opruimen van de broodmaaltijd en weer een verschoon/plas ronde. De kinderen gaan naar bed. De medewerker die niet met pauze is, biedt kinderen die niet slapen activiteiten aan passend bij de concentratieboog van het kind.

15.00-15.45 uur:
De kinderen komen uit bed. Gezamenlijk drinkmoment met een cracker o.i.d. en we drinken lauwe thee of water.

15.45-16.45 uur:
Aanbieden van een activiteit, binnen of buiten.

16.45-17.00 uur:
Luiers verschonen en plassen op het toilet, vast wat opruimen/schoonmaken in onderling overleg.

17.00-18.30:
Gezamenlijk tafelmoment, de kinderen krijgen een gezonde snack als komkommer, tomaat, wortel of paprika. Kinderen worden vanaf 17.00  opgehaald, overdracht informatie aan ouders. Daarbij gaat de eerste collega waar mogelijk naar huis en worden baby-, dreumes- en peutergroep mogelijk samengevoegd.

Buitenschoolse opvang Uw kind  wordt opgehaald van school. Aangekomen bij de buitenschoolse opvang gaat uw kind aan tafel, met een vaste groep kinderen en vaste pedagogisch medewerkers ( de basisgroep). Hier worden de verhalen van de dag kort doorgenomen onder het genot van vers fruit en water. In de vakantieperiode geven we de kinderen lichte aanmaaklimonade. Via deze structuur hopen wij mede bij te dragen aan een gezellig en huiselijk gevoel met een vaste medewerker om er te zijn voor uw kind (eren).

De kinderen kiezen om 16:00 uur met hun basisgroep een activiteit bij het planbord, de pedagogisch medewerker helpt zijn eigen basisgroep hierbij. We vinden het belangrijk dat er op de BSO een ongedwongen, vrije sfeer is. Kinderen mogen daarom zelf invulling geven aan wat ze willen doen, met wie   Er zijn verschillende hoekjes ingericht waar de kinderen kunnen spelen of zich even kunnen terugtrekken (alleen of met een klein groepje kinderen).

Bij Madelief hebben we diverse ruimtes zoals een dans/toneelzaal, bouwhoek, computerkamer, spelletjeskamer en een leeshoek.
Op Bloesem hebben we een groot atelier die beschikt over een keuken, dans/toneelzaal, Bouw-knutselhoek, spelletjeskamer, leeshoek en computerkamer.

Een activiteit kan een knutselopdracht zijn of een voorbereide activiteit zoals koekjes bakken of sport en spel activiteiten in de gymzaal of een sportveldje, maar het kind kan er ook voor kiezen voor vrij spel.

Het is ook een mogelijkheid dat de kinderen direct gaan sporten nadat zij uit school zijn gehaald. De sportactiviteiten worden uitgevoerd bij nabijgelegen sportveldjes en we huren een sporthal af.

Kinderen staan centraal.
De ene keer zit een begeleider met tien kinderen aan de tafel en een ander moment met vijf. Zelfstandigheid en het begeleiden in het zelfstandig keuzes maken liggen hier aan ten grondslag. Kinderen krijgen hierdoor de mogelijkheid hun eigen waarden en normen te gebruiken om hun talenten spelenderwijs te ontwikkelen.

Rond 17.00 uur is iedereen weer terug op de BSO en gaat de gezonde snack rond en krijgen de aangemelde kinderen een warme maaltijd. Vanaf 17.00 uur kunnen de kinderen die niet mee-eten worden opgehaald.

Zelfstandigheidscontract
We willen de zelfstandigheid stimuleren en ook de zelfredzaamheid van (oudere) schoolkinderen. Vanaf 7-jarige leeftijd kan een zelfstandigheidscontract worden afgesloten tussen het dagverblijf en de ouders/verzorgers. Er wordt goed gekeken naar waar het kind aan toe is. Jaarlijks worden deze afspraken herzien tijdens het oudergesprek. Ze mogen bv. zelf op een afgesproken tijd naar huis of naar de sportclub.

Vakantieperiode
In de schoolvakantie kunnen de kinderen al vroeg gebracht worden. Om deze kinderen een leuke vakantie te bezorgen, bedenken de medewerkers een gevarieerde en uitdagende vakantieplanning! Zij bedenken de leukste uitjes en activiteiten voor iedere leeftijd! Denk bijvoorbeeld aan een bezoek aan Avifauna, Sciencecenter in Delft, circus, lasergamen, een binnen speeltuin, bioscoop, het strand of een bos, etc.

Gezond eten

Op het dagverblijf verstrekken we alle voeding die een kind nodig heeft en zoveel mogelijk uit de schijf van 5.We bieden een gevarieerd eetpatroon gedurende de dag. Zo krijgen de kinderen vers fruit, een broodmaaltijd met beleg zoals humus, plakjes kaas, plakjes kipfilet en appelstroop.

De tussendoortjes bestaan uit yoghurt, volkoren crackers en gedroogd fruit. Daarnaast maken we om 17.00 uur een gezonde snack met onder andere komkommer, tomaat, worteltjes en paprika. Ongeveer een keer in de week koken we met de kinderen wat lekkers zoals een gekookt ei, tosti, wraps of een smoothie. We geven de kinderen vooral water en thee te drinken. Als u wilt dat wij speciale voeding geven, kunt u dit meegeven en overleggen met de pedagogisch medewerkers. Flesvoeding hebben wij op het dagverblijf. Wij bieden Nutrilon 1 en 2, wanneer uw kind speciale voeding nodig heeft, kunt u dat van thuis meenemen.

Als u kiest voor borstvoeding, kunt u de afgekolfde moedermelk op de groep in de koelkast zetten, deze moet voorzien zijn van een naamsticker. De afgekolfde moedermelk moet tijdens het vervoer naar het dagverblijf koel gehouden worden. Reserve borstvoeding kan voorzien van naam en datum ingevroren worden in de vriezer.

We gaan ervan uit dat de kinderen ontbeten hebben voordat zij naar het dagverblijf komen.

Allergieen
Wij houden rekening met allergieën van kinderen. Er is ook ruimte om individuele afspraken te maken wanneer het noodzakelijk is om af te wijken van het voedingsbeleid, bijvoorbeeld bij een dieet of een bepaalde (geloofs)overtuiging. Deze afspraken leggen we schriftelijk vast.

Traktaties en feestjes
Een verjaardag betekent feest en bij zo’n verjaardag komt vaak een traktatie kijken. Dit kan ook een kleine, goedkope niet-eetbare traktatie zijn. Wij vinden het belangrijk dat de eetbare traktaties zo gezond mogelijk zijn.

We vragen ouders dan ook om producten uit de Schijf van Vijf te gebruiken in een portiegrootte die past bij de leeftijd. Voor traktatie-ideeën adviseren wij de traktaties op de website www.voedingscentrum.nl/trakteren.

Gebruik maken van een extra dag of een dag ruilen

In principe komen kinderen op vaste dagen naar Flowerkids. Dit komt de stabiliteit van de groepen, het zich veilig voelen van kinderen en daarmee de pedagogische kwaliteit van de opvang ten goede. Het kan echter voorkomen dat de ouder of verzorger op een andere dag dan de vaste opvangdag, opvang nodig heeft. Flowerkids biedt deze mogelijkheid als extra service, door het afnemen van een extra dag of middels het ruilen van een opvangdag. Een soepele uitvoering van onze ruilservice hangt nauw samen met het tijdig doorgeven én het kunnen inplannen van kind(eren) en pedagogisch medewerkers.

Werkwijze
- Ruilen is alleen mogelijk op de eigen stamgroep van een kind, mits de groepsgrootte en de pedagogisch medewerker/ kind ratio (BKR) het toe laat.
- Ruilen van een niet afgenomen dag of ziektedag mag binnen twee maanden vóór of na datum mits de groepsgrootte het toelaat.
- In verband met onze kind planning kunnen wij uw ruilverzoek maximaal twee weken van te voren toezeggen
- Bij 1 of meerdere aangesloten weken vakantie, waardoor er geen opvang is genoten, mag er een maximum van twee dagen worden geruild mits de groepsgrootte het toelaat.
- Ruilen van opvangdagen die op de jaarlijkse studiedag of andere niet nationale feestdagen vallen, kunnen het gehele kalenderjaar worden geruild.
- Nationale feestdagen mogen niet geruild worden.
- U kunt een dag(deel) ruilen zoals het vermeld staat op het contract. Het is niet toegestaan om 1 contract-dag gesplitst in twee dagdelen in te halen.
- Extra dagdelen worden achteraf aan de ouder/ verzorger gefactureerd.

Wennen

Wij vinden het belangrijk om het kind, de ouders en de pedagogisch medewerkers aan elkaar te laten wennen. Het is de basis voor een goede vertrouwensrelatie. Een goede start vormt een veilige basis voor het verdere verblijf op het kinderdagverblijf. Daarom hechten wij veel belang aan een zorgvuldige wenperiode. We proberen vooral in de beginperiode, thuis en het dagverblijf zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen.

Het kind moet wennen aan de pedagogisch medewerksters, aan de ruimte, de geluiden en aan de andere kinderen. De pedagogisch medewerkers moeten het kind leren kennen en zijn of haar gewoonten ontdekken en meemaken. Daarnaast vinden wij het van belang dat de ouder zich prettig voelt op ons dagverblijf zodat hij of zij met een gerust hart naar het werk gaat.

Wanneer de plaatsing definitief is, neemt een pedagogisch medewerker contact op met de ouder(s) en /of verzorger(s) voor een intakegesprek op de locatie voor een nadere kennismaking. Er zal gestreefd worden om dit intakegesprek uiterlijk 2 weken voor ingangsdatum van het contract te laten plaatsvinden.

De ouder maakt kennis met de pedagogisch medewerkers van de groep en hoort alles over de gang van zaken op het kinderdagverblijf.          De ouder vertelt van alles over het kind, over het voedingspatroon, slaapritme, knuffels, spenen en bijzondere gewoonten. De pedagogisch medewerker noteert alle informatie op het intake formulier.

Door hiervoor de tijd te nemen, hopen we dat de start voor zowel ouder(s) als kind op Flowerkids een plezierige ervaring is. Daarnaast willen wij zo een goede basis leggen voor een gevoel van vertrouwen en veiligheid. Door wendagen/tijden af te spreken, streven we ernaar dat een kind zich geleidelijk aan meer thuis kan gaan voelen op de groep.

Het wennen zelf zal altijd plaatsvinden binnen het contract en wordt ingepland bij aanvang van het contract of tijdens het intakegesprek.

Een start op een kinderdagverblijf brengt veel nieuwe indrukken voor een kind met zich mee. Het ene kind gaat wat makkelijker om met nieuwe situaties dan de andere. Daarom vinden wij het belangrijk hier veel aandacht aan te besteden.

Wij adviseren om een wenperiode in te bouwen zodat kinderen kunnen wennen aan de groep, kinderen en pedagogisch medewerkers en aan alle nieuwe indrukken.

Advies:

Eerste dag: gemiddeld 3 uur wennen

Tweede dag: gemiddeld 5 uur wennen

Derde dag: gemiddeld 7 uur wennen

Als het wennen goed verloopt, kan in overleg met ouders en pedagogisch medewerkers van de groep worden afgeweken worden van bovenstaand advies.

Het is niet gezegd dat kinderen binnen deze periode helemaal gewend zijn. Soms hebben kinderen of ouders langer de tijd nodig. Het is belangrijk om volgens een vast ritueel afscheid te nemen van het kind, dat helpt het kind vertrouwen te krijgen en weet waar hij of zij aan toe is. Pedagogisch medewerkers overleggen met ouders hoe zij samen in een herkenbaar ritueel voor een kind kunnen voorzien.

Indien een kind niet direct een volle dag(en) naar het kinderdagverblijf komt, bieden wij ter compensatie een ruil-dag aan die het hele jaar kan worden ingezet. Deze dag kan worden afgestemd met de pedagogisch medewerkers van de groep en kan worden ingezet als er een plekje op de (stam)groep beschikbaar is.

Ziekte en medicijnen

Flowerkids gaat ervan uit dat een kind het beste thuis kan blijven als het ziek is. De inrichting van de ruimte, het aantal kinderen en het aantal pedagogisch medewerkers is afgestemd op opvang van gezonde kinderen. Een ziek kind heeft extra aandacht en zorg nodig. Pedagogisch medewerkers kunnen dit niet altijd geven, omdat ze hun aandacht over een hele groep kinderen moeten verdelen. Bovendien kan een ziek kind in de groep vaak niet de rust vinden die het nodig heeft. Nog een belangrijke reden om een ziek kind thuis te houden is het risico op besmetting. In een dagverblijf steken kinderen elkaar en de leidsters makkelijk aan. Een besmetting kan nooit helemaal worden uitgesloten. Wel kunnen wij als dagverblijf proberen het risico op besmetting zo veel mogelijk te beperken.

Wat doet het kinderdagverblijf en BSO? Op ieder dagverblijf is een brochure aanwezig over ziektebeelden van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (RIVM). Dit document kunnen de pedagogisch medewerkers raadplegen om na te gaan hoe zij moeten handelen bij de verschillende ziektebeelden.
Ten aanzien van een aantal kinderziekten voeren wij een aangepast beleid. Onderstaand wordt dit verder toegelicht.

Bij signalering van ziekten worden ouders via de overdracht en middels een brief op de deur van de groep geïnformeerd over een ziekte en mogelijke maatregelen die wij als dagverblijf kunnen nemen.
Via https://www.ggdhm.nl/professionals/item/scholen-kinderopvang/meldenvan-infectieziekten is er meer informatie terug te vinden.

In geval van melding bij de GGD worden ouders ook via de mail geïnformeerd.

Ziek….. en dan? Bij de vraag of een ziek kind het dagverblijf mag bezoeken of op de groep mag blijven is de mate waarin een kind zich ziek voelt de leidraad. De beoordeling hangt af van de mate waarin het kind mee kan doen aan groepsactiviteiten, de mate van extra zorg die het kind nodig heeft en het risico op eventueel besmettingsgevaar. In het algemeen beoordeelt de pedagogisch medewerker ieder individueel ziektegeval. Bij koorts worden de ouders vanaf 38 graden Celsius gebeld, zodat zij alvast geïnformeerd zijn en rekening kunnen houden met de mogelijkheid dat zij op een later tijdstip worden gebeld om hun kind op te halen.

Vanaf 38.5 graden Celsius worden ouders gebeld en verzocht om het zieke kind op te komen halen. Een ziek kind is vaak het liefst in zijn of haar veilige thuisomgeving.

We begrijpen dat het voor ouders niet altijd mogelijk is om een ziek kind direct op te halen, maar we streven naar een zo kort mogelijke ophaaltermijn. Indien alle beschikbare telefoonnummers geen gehoor geven, spreekt de medewerker de voicemail in als deze aan staat. Als er binnen 30 minuten niet is terug gebeld, probeert zij nogmaals te bellen. Indien opnieuw geen gehoor wordt gevonden, wordt het noodnummer gebeld. Dit nummer is door ouders aangegeven op het intakeformulier.
Wij gaan er vanuit dat ouders zelf kunnen bepalen of het kind fit genoeg is om naar de opvang te komen. Kinderen mogen niet naar het dagverblijf gebracht worden als zij koorts verlagende middelen hebben gekregen (tenzij deze zijn voorgeschreven door een arts). Wanneer overduidelijk is dat het niet meer verantwoordelijk is om het kind op het dagverblijf op te vangen, kan het verblijf de ouders verplichten het kind op te halen. In deze situatie zal het kinderdagverblijf geen verantwoordelijkheid meer kunnen of willen dragen voor het kind.

In het algemeen kan een kind niet naar de opvang komen wanneer:
1. Het kind zo ziek is dat het niet aan het normale dagprogramma kan meedoen. Het kind zal zich thuis beter op zijn of haar gemak voelen.
2. Het kind zoveel extra verzorging nodig heeft dat dit voor de pedagogisch medewerker niet uit te voeren is zonder de andere kinderen tekort te doen.

Wanneer is een kind ziek?
Een kind is ziek als het koorts heeft, dat wil zeggen een temperatuur heeft van meer dan 38.5 °C of als het 2 of meer van de volgende verschijnselen vertoont en het kind toont zich ziek.
➢ Een over het algemeen zieke indruk (huilerig, hangerig, prikkelbaar, suf)
➢ Benauwdheid, hevige hoestbuien
➢ Vlekken, uitslag en of jeuk
➢ Pijn
➢ Herhaaldelijk overgeven 3x
➢ Herhaaldelijk diarree 3x
➢ Last van vaccinatie

Ouders
Als een kind het dagverblijf niet kan bezoeken door ziekte, moeten de ouders dit voor 09.00 uur doorgeven aan de pedagogisch medewerkers. Pas als het kind zich goed voelt en mee kan doen met de dagelijkse activiteiten kan het kind weer naar het dagverblijf worden gebracht. De pedagogisch medewerkers melden ouders bij het volgende:
• Bij 38°C ouders inlichten over koorts en dat het een mogelijkheid bestaat dat het kind opgehaald moet worden.
• Als één of meer van bovenstaande symptomen worden opgemerkt, maar het kan kind toont zich niet ziek, wordt de ouder telefonisch geïnformeerd.

GGD
Bij constatering van een besmettelijke ziekte zal het kinderdagverblijf alle ouders op de hoogte stellen van mogelijk besmettingsgevaar. Bij ziekten als rode hond, bof, mazelen en waterpokken zullen extra maatregelen worden getroffen in verband met de mogelijke gevolgen van blootstelling tijdens zwangerschap.
Ook is het kinderdagverblijf verplicht dergelijke ziektegevallen te melden bij de GGD.

Afwijkend ziektebeleid ten opzichte van GGD
Diarree
Mag het kind naar het kinderdagverblijf komen? Alleen in het geval van bloederige diarree moet het kind in elk geval thuis blijven totdat bekend is waardoor de diarree veroorzaakt wordt. De pedagogisch medewerker zal een ouder bellen met het verzoek om het kind op te komen halen als de diarree binnen een half uur na de maaltijd verschijnt, waterdun is, en het de derde keer die dag is.

Hoofdluis
Mag het kind naar het kinderdagverblijf komen? Een kind met luizen mag naar het dagverblijf komen mits hij of zij dagelijks worden gekamd, voor minimaal 2 weken, volgens de kam-voorschriften van het RIVM. Ook mogen zij komen als er een behandeling wordt gevolg met een anti-hoofdluis middel in combinatie met kammen.

Krentenbaard
Mag het kind naar het kinderdagverblijf komen? Het kind moet behandeld worden met zalf of antibiotica om uitbreiding tegen te gaan. Bij een vierde melding van krentenbaard binnen het dagverblijf, voeren wij een verscherpt beleid vanwege het risico op besmetting van andere kinderen op het dagverblijf. In ons verscherpte beleid mag het kind weer komen 48 uur na start van de behandeling óf als de blaasjes zijn ingedroogd. Er mogen geen pleisters op de blaasjes worden geplakt. Ouders worden hier via een brief op de deur en via de mail over geïnformeerd.

Zetpil of andere koorts verlagende middelen
Een kind mag niet met een zetpil of andere koorts verlagende middelen naar de kinderopvang worden gebracht. Een zetpil onderdrukt de koorts, waardoor er een risico op een koortsstuip bestaat als de zetpil of het koorts verlagend middel is uitgewerkt. Dit kan zeer gevaarlijk zijn. Een zetpil of paracetamol mag uitsluitend voor pijnbestrijding gebruikt worden als deze voorgeschreven is op doktersadvies.

Formulier medicijnverstrekking
Indien een kind medicijnen krijgt op doktersadvies, zal de pedagogisch medewerker vragen om een medicijnformulier in te vullen. We hebben de handtekening van ouders en goedkeuring nodig om het kind die medicijnen toe te dienen. Er hoeft geen medicijnformulier ingevuld te worden bij homeopathische medicijnen, zoals neusspray. De pedagogisch medewerkers geven uitsluitend aspirine of paracetamol op doktersadvies ter pijnbestrijding.
Via onderstaande button kunt u het formulier medicijnenverstrekking downloaden.